Stabiliteit en lage rugklachten
Regelmatig worden wij in de praktijk geconfronteerd met de mededeling van de patiënt: ik heb rugpijn omdat ik instabiliteit heb. Ik moet nu mijn rug- en buikspieren oefenen om de stabiliteit weer terug te krijgen om van mijn klachten af te komen. Wat is instabiliteit en wat is nodig voor stabiliteit?
Wat is stabiliteit - instabiliteit
Er bestaan helaas veel verschillende definities van instabiliteit van de lage rug. De definitie die we nu hanteren is: instabiliteit is er wanneer met een minimum aan kracht een te grote verplaatsing in een gewricht mogelijk is. Bekend is dit bij de schouderluxatie, maar kan ook van wervel op wervel plaatsvinden. Een te grote verplaatsing geeft prikkeling van de betrokken weefsels waardoor uiteindelijk klachten kunnen ontstaan. Bijvoorbeeld doordat een gewrichtje overbelast raakt, of spieren te heftig moeten reageren of het kapsel en banden teveel en langdurig op rek komen te staan.
Oorzaken instabiliteit
Instabiliteit in de lage rug kan door verschillende oorzaken komen. We noemen er twee. 1- Wanneer de conditie van een tussenwervelschijf (medisch: discus intervertebralis) achteruitgaat, bijvoorbeeld door langdurige overbelasting of doorgemaakte hernia, dan wordt hij een beetje platter. Het gevolg is dat er relatief meer speling tussen wervels mogelijk is. 2- Wanneer iemand een periode van lage rugpijn doormaakt, en daarna weer netjes herstelt, dan blijken bij een aantal mensen de korte, diepliggende spieren van de rug niet meer goed te functioneren. Het is niet duidelijk hoe dit komt, dus voorlopig zullen we het als een gegeven moeten beschouwen.
Verschillende rugspieren
Een theorie over instabiliteit van de lage rug gaat over een indeling van de spieren: a- lange oppervlakkig gelegen krachtspieren (erector trunci), die in korte tijd veel kracht kunnen maken en relatief snel uitgeput raken, b- korte diep liggende spieren (multifidi), die gedurende lange tijd een redelijke spanning kunnen maken. De spieren die het meest geschikt zijn om voor stabiliteit in de lage rug te zorgen zijn de spieren van groep b. Zij zijn in staat om fijne correcties maken en deze lang vol te houden. Volgens deze theorie is er bij lage rugklachten een onbalans in activiteiten tussen deze spiergroepen en wel verschoven naar de eerste groep. De reden zou zijn dat de spieren van tweede groep niet op tijd geactiveerd worden wanneer nodig, waardoor de eerste groep de ‘klap’ opvangt.
Behandeling instabiliteit
De beste manier van opvangen van deze vormen van instabiliteit zou dan zijn om de spieren van groep b (weer) te oefenen. Dit oefenen gebeurt met coördinatie oefeningen waarvoor concentratie vereist is. Het gaat in eerste instantie om een training van het zenuwstelsel dat de spieren weer moet gaan aansturen. Dat lukt alleen goed wanneer de spieren van groep a zoveel mogelijk ontzien worden. Het advies is dan ook om krachttraining voor de rugspieren te beperken (want met krachttraining wordt de basisspanning in deze spieren weer verhoogd).
Er zijn een aantal testen beschikbaar om op zoek te gaan naar deze vorm van instabiliteit. Zoals helaas in de hele geneeskunde is vrijwel geen enkele test 100% betrouwbaar. Bovendien is er best discussie over de waarde van deze theorie. Toch blijken een aantal mensen minder klachten te krijgen wanneer de theorie wordt toegepast. Behandeling vindt plaats middels een oefentraject.
Bronnen
Richardson C, et al. Therapeutic exercise for spinal segmental stabilization in low back pain. Churchill Livingstone 1999.
Panjabi MM. Clinical spinal instability and low back pain. J Electromyogr Kinesiol. 2003 Aug;13(4):371-9.
Lederman E. The myth of core stability. J Bodyw Movem Ther 2010;14:84-98